dpkg (1.18.25) stretch; urgency=medium
[dpkg] / man / nl / update-alternatives.man
1 .\" dpkg manual page - update-alternatives(1)
2 .\"
3 .\" Copyright © 1997-1998 Charles Briscoe-Smith
4 .\" Copyright © 1999 Ben Collins <bcollins@debian.org>
5 .\" Copyright © 2000 Wichert Akkerman <wakkerma@debian.org>
6 .\" Copyright © 2003 Adam Heath <doogie@debian.org>
7 .\" Copyright © 2005 Scott James Remnant <scott@netsplit.com>
8 .\" Copyright © 2006-2015 Guillem Jover <guillem@debian.org>
9 .\" Copyright © 2008 Pierre Habouzit <madcoder@debian.org>
10 .\" Copyright © 2009-2011 Raphaël Hertzog <hertzog@debian.org>
11 .\"
12 .\" This is free software; you can redistribute it and/or modify
13 .\" it under the terms of the GNU General Public License as published by
14 .\" the Free Software Foundation; either version 2 of the License, or
15 .\" (at your option) any later version.
16 .\"
17 .\" This is distributed in the hope that it will be useful,
18 .\" but WITHOUT ANY WARRANTY; without even the implied warranty of
19 .\" MERCHANTABILITY or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the
20 .\" GNU General Public License for more details.
21 .\"
22 .\" You should have received a copy of the GNU General Public License
23 .\" along with this program. If not, see <https://www.gnu.org/licenses/>.
24 .
25 .\"*******************************************************************
26 .\"
27 .\" This file was generated with po4a. Translate the source file.
28 .\"
29 .\"*******************************************************************
30 .TH update\-alternatives 1 %RELEASE_DATE% %VERSION% dpkg\-suite
31 .nh
32 .SH NAAM
33 update\-alternatives \- onderhoud symbolische koppelingen die
34 standaardcommando's definiëren
35 .
36 .SH OVERZICHT
37 \fBupdate\-alternatives\fP [\fIoptie\fP...] \fIcommando\fP
38 .
39 .SH BESCHRIJVING
40 \fBupdate\-alternatives\fP creëert, verwijdert, onderhoudt en toont informatie
41 over de symbolische koppelingen die het Debian systeem van alternatieven
42 vormen.
43 .PP
44 Het is mogelijk dat verschillende programma's die dezelfde of vergelijkbare
45 functies vervullen, op hetzelfde moment op hetzelfde systeem geïnstalleerd
46 zijn. Op veel systemen zijn bijvoorbeeld tezelfdertijd meerdere teksteditors
47 geïnstalleerd. Dit biedt de gebruikers van een systeem keuzemogelijkheden en
48 laat iedere gebruiker toe desgewenst een andere editor te gebruiken. Maar
49 het maakt het ook moeilijk voor een programma om een goede keuze te maken
50 betreffende de op te starten editor indien de gebruiker geen specifieke
51 voorkeur opgegeven heeft.
52 .PP
53 Debian's systeem van alternatieven is erop gericht dit probleem op te
54 lossen. Een algemene naam in het bestandssysteem wordt onderling gedeeld
55 door alle bestanden die inwisselbare functionaliteit bieden. Het systeem van
56 alternatieven samen met de systeembeheerder bepalen naar welk effectief
57 bestand door deze algemene naam verwezen wordt. Indien bijvoorbeeld zowel de
58 editor \fBed\fP(1) als \fBnvi\fP(1) op het systeem geïnstalleerd zijn, zal het
59 systeem van alternatieven er voor zorgen dat de algemene naam
60 \fI/usr/bin/editor\fP standaard naar \fI/usr/bin/nvi\fP verwijst. De
61 systeembeheerder kan dit aanpassen en hem in plaats daarvan naar
62 \fI/usr/bin/ed\fP doen verwijzen. In dat geval zal het alternatievensysteem
63 deze instelling niet wijzigen totdat het er expliciet om gevraagd wordt.
64 .PP
65 De algemene naam is geen rechtstreekse symbolische koppeling naar het
66 geselecteerde alternatief. Hij is eerder een symbolische koppeling naar een
67 naam in de \fImap\fP \fIalternatives\fP die op zijn beurt een symbolische
68 koppeling is naar het eigenlijke bestand waarnaar verwezen wordt. Dit wordt
69 gedaan zodat de wijzigingen van de systeembeheerder beperkt kunnen blijven
70 tot de map \fI%CONFDIR%\fP: de FHS (zie aldaar) legt uit waarom dit een goede
71 zaak is.
72 .PP
73 Telkens een pakket dat voorziet in een bestand met een specifieke
74 functionaliteit, wordt geïnstalleerd, gewijzigd of verwijderd, wordt
75 \fBupdate\-alternatives\fP aangeroepen om de informatie over dat bestand bij te
76 werken in het alternatievensysteem. \fBupdate\-alternatives\fP wordt gewoonlijk
77 aangeroepen vanuit het script \fBpostinst\fP (configure/configureren) of
78 \fBprerm\fP (remove/verwijderen en deconfigure/de\-configureren) uit Debian
79 pakketten.
80 .PP
81 Het is dikwijls nuttig om een aantal alternatieven te synchroniseren, zodat
82 ze als groep aangepast worden. Als er bijvoorbeeld verschillende versies van
83 de editor \fBvi\fP(1) geïnstalleerd zijn, moet de man\-pagina waarnaar verwezen
84 wordt door \fI/usr/share/man/man1/vi.1\fP overeenkomen met het uitvoerbaar
85 programma waarnaar door \fI/usr/bin/vi\fP verwezen
86 wordt. \fBupdate\-alternatives\fP handelt dit af met behulp van \fImaster\fP
87 (hoofd\-) en \fIslave\fP (secundaire of slaaf\-) koppelingen. Als de
88 hoofdkoppeling gewijzigd wordt, worden eventuele ermee verband houdende
89 secundaire koppelingen ook gewijzigd. Een hoofdkoppeling en zijn ermee
90 verbonden secundaire koppelingen vormen samen een \fIlink\fP \fIgroup\fP
91 (koppelingengroep).
92 .PP
93 Elke koppelingengroep bevindt zich op gelijk welk moment in de tijd in één
94 van twee modi: automatische modus of manuele modus. Als een groep zich in
95 automatische modus bevindt, dan zal wanneer pakketten geïnstalleerd of
96 verwijderd worden, het alternatievensysteem automatisch beslissen of en hoe
97 de koppelingen bijgewerkt moeten worden. In de manuele modus zal het
98 alternatievensysteem de keuze van de systeembeheerder behouden en vermijden
99 om de koppelingen te wijzigen (behalve wanneer iets defect is).
100 .PP
101 Een koppelingengroep bevindt zich in de automatische modus als die voor het
102 eerst op het systeem geïntroduceerd wordt. Indien de systeembeheerder aan de
103 automatische instellingen van het systeem veranderingen aanbrengt, zal dit
104 de volgende keer dat \fBupdate\-alternatives\fP uitgevoerd wordt op de groep van
105 de gewijzigde koppeling, opgemerkt worden en de groep zal automatisch
106 omgeschakeld worden naar manuele modus.
107 .PP
108 Aan elk alternatief is een \fIprioriteit\fP gekoppeld. Als een koppelingengroep
109 zich in de automatische modus bevindt, dan zijn het de alternatieven met de
110 hoogste prioriteit waarnaar verwezen zal worden door leden van die groep.
111 .PP
112 Als de optie \fB\-\-config\fP gebruikt wordt, zal \fBupdate\-alternatives\fP een
113 lijst geven met al de keuzemogelijkheden voor de koppelingengroep waarvan de
114 opgegeven \fInaam\fP de naam is van het hoofdalternatief. De huidige keuze
115 wordt gemarkeerd met een‘*’. Daarna zult u gevraagd worden naar uw keuze
116 voor deze koppelingengroep. Afhankelijk van de gemaakte keuze, kan het zijn
117 dat de koppelingengroep niet langer in de modus \fIauto\fP (automatische modus)
118 verkeert. U zult de optie \fB\-\-auto\fP moeten gebruiken om terug te keren naar
119 de automatische modus (of u kunt \fB\-\-config\fP opnieuw uitvoeren en het item
120 selecteren dat als automatisch gemarkeerd staat).
121 .PP
122 Indien u op een niet\-interactieve manier wilt configureren, kunt u in de
123 plaats daarvan de optie \fB\-\-set\fP gebruiken (zie hierna).
124 .PP
125 Verschillende pakketten die hetzelfde bestand leveren, moeten dat \fBop een
126 coöperatieve manier\fP doen. Het gebruik van \fBupdate\-alternatives\fP is met
127 andere woorden in dergelijke gevallen \fBverplicht\fP voor alle betrokken
128 pakketten. Het is niet mogelijk om een bepaald bestand uit een pakket te
129 vervangen dat geen gebruik maakt van het \fBupdate\-alternatives\fP mechanisme.
130 .
131 .SH TERMINOLOGIE
132 Aangezien de activiteit van \fBupdate\-alternatives\fP behoorlijk ingewikkeld
133 is, kunnen een aantal specifieke termen helpen bij het verduidelijken van
134 zijn werking.
135 .TP
136 algemene naam (of alternatief\-koppeling)
137 Een naam, zoals \fI/usr/bin/editor\fP, die via het systeem van alternatieven
138 verwijst naar één of een aantal bestanden met een gelijkaardige functie.
139 .TP
140 alternatief\-naam
141 De naam van een symbolische koppeling in de map alternatives.
142 .TP
143 alternatief (of alternatief\-pad)
144 De naam van een specifiek bestand in het bestandssysteem, dat met behulp van
145 het alternatievensysteem via een algemene naam benaderbaar gemaakt kan
146 worden.
147 .TP
148 alternatievenmap
149 Een map, standaard \fI%CONFDIR%/alternatives\fP, die de symbolische koppelingen
150 bevat.
151 .TP
152 beheersmap
153 Een map, standaard \fI%ADMINDIR%/alternatives\fP, die de statusinformatie voor
154 \fBupdate\-alternatives\fP bevat.
155 .TP
156 koppelingengroep
157 Een reeks symbolische koppelingen die met elkaar verband houden en waarvan
158 het de bedoeling is dat ze als groep bijgewerkt worden.
159 .TP
160 hoofdkoppeling (master link)
161 De alternatief\-koppeling uit een koppelingengroep die bepaalt hoe de andere
162 koppelingen uit de groep geconfigureerd worden.
163 .TP
164 secundaire koppeling (of slaafkoppeling) (slave link)
165 Een alternatief\-koppeling uit een koppelingengroep die gecontroleerd wordt
166 door de instelling van de hoofdkoppeling.
167 .TP
168 automatische modus
169 Als een koppelingengroep zich in automatische modus bevindt, verzekert het
170 alternatievensysteem dat de koppelingen uit de groep verwijzen naar het voor
171 de groep passende alternatief met de hoogste prioriteit.
172 .TP
173 manuele modus
174 Als een koppelingengroep zich in manuele modus bevindt, zal het
175 alternatievensysteem geen enkele wijziging aanbrengen aan de instellingen
176 van de systeembeheerder.
177 .
178 .SH COMMANDO'S
179 .TP
180 \fB\-\-install\fP \fIkoppeling naam pad prioriteit\fP [\fB\-\-slave\fP \fIkoppeling naam pad\fP]...
181 Voeg een groep alternatieven toe aan het systeem. \fIkoppeling\fP is de
182 algemene naam voor de hoofdkoppeling. \fInaam\fP is de naam van zijn
183 symbolische koppeling in de alternatievenmap. \fIpad\fP is het alternatief dat
184 voor de hoofdkoppeling aangevoerd wordt. De argumenten na \fB\-\-slave\fP zijn de
185 algemene naam, de naam van de symbolische koppeling in de alternatievenmap
186 en het alternatief\-pad van een slaaf\-koppeling. Nul of meer
187 \fB\-\-slave\fP\-opties kunnen opgegeven worden. Elk van hen moet door drie
188 argumenten gevolgd worden. Merk op dat het hoofdalternatief moet bestaan. Zo
189 niet, dan zal de aanroep mislukken. Indien evenwel een slaaf\-alternatief
190 niet bestaat, dan zal de overeenkomstige slaaf\-alternatief\-koppeling gewoon
191 niet geïnstalleerd worden (er zal wel een waarschuwing gegeven
192 worden). Indien een echt bestand geïnstalleerd is waar een
193 alternatief\-koppeling geïnstalleerd moet worden, wordt dat behouden tenzij
194 de optie \fB\-\-force\fP gebruikt wordt.
195 .IP
196 Indien de opgegeven alternatief\-naam reeds bestaat in de registers van het
197 alternatievensysteem, dan zal de verstrekte informatie toegevoegd worden als
198 een nieuwe reeks van alternatieven voor de groep. Anders zal een nieuwe
199 groep in automatische modus toegevoegd worden met die informatie. Indien de
200 groep zich in automatische modus bevindt en de pas toegevoegde alternatieven
201 een grotere prioriteit hebben dan om het even welke andere geïnstalleerde
202 alternatieven voor die groep, dan zullen de symbolische koppelingen
203 bijgewerkt worden zodat ze verwijzen naar de pas toegevoegde alternatieven.
204 .TP
205 \fB\-\-set\fP \fInaam pad\fP
206 Stel het programma \fIpad\fP in als alternatief voor \fInaam\fP. Dit is het
207 equivalent voor \fB\-\-config\fP, maar het is non\-interactief en dus bruikbaar in
208 scripts.
209 .TP
210 \fB\-\-remove\fP \fInaam pad\fP
211 Verwijder een alternatief en alle eraan gekoppelde secundaire (of slaaf\-)
212 koppelingen. \fInaam\fP is een naam in de alternatievenmap en \fIpad\fP is een
213 absolute bestandsnaam waaraan \fInaam\fP gekoppeld zou kunnen zijn. Indien
214 \fInaam\fP inderdaad gekoppeld is aan \fIpad\fP, dan wordt \fInaam\fP bijgewerkt,
215 zodat die verwijst naar een ander geschikt alternatief (en wordt de groep
216 opnieuw in automatische modus geplaatst), of verwijderd als er geen
217 dergelijk alternatief meer voorhanden is. Gelieerde slaafkoppelingen zullen
218 navenant bijgewerkt of verwijderd worden. Indien de koppeling momenteel niet
219 naar \fIpad\fP verwijst, worden geen koppelingen gewijzigd. Enkel de informatie
220 over het alternatief wordt dan verwijderd.
221 .TP
222 \fB\-\-remove\-all\fP \fInaam\fP
223 Verwijder alle alternatieven en alle ermee verbonden secundaire (of slaaf\-)
224 koppelingen. \fInaam\fP is een naam in de alternatievenmap.
225 .TP
226 \fB\-\-all\fP
227 Voer \fB\-\-config\fP uit op alle alternatieven. Het kan nuttig zijn om dit te
228 combineren met \fB\-\-skip\-auto\fP om alle alternatieven te inspecteren en te
229 configureren, die niet in automatische modus geconfigureerd zijn. Ook worden
230 defecte alternatieven getoond. Een eenvoudige manier om alle defecte
231 alternatieven te repareren is dus het aanroepen van \fByes \*(rq |
232 update\-alternatives \-\-force \-\-all\fP.
233 .TP
234 \fB\-\-auto\fP \fInaam\fP
235 Schakel de koppelingengroep achter het alternatief voor \fInaam\fP om naar
236 automatische modus. In dit proces worden de hoofdkoppeling en zijn
237 slaafkoppelingen bijgewerkt zodat ze verwijzen naar de geïnstalleerde
238 alternatieven met de hoogste prioriteit.
239 .TP
240 \fB\-\-display\fP \fInaam\fP
241 Toon informatie over de koppelingengroep. De getoonde informatie bevat de
242 modus van de groep (auto of manueel), de hoofdkoppeling en de
243 slaafkoppelingen, het alternatief waarnaar de hoofdkoppeling momenteel
244 verwijst, de andere alternatieven die beschikbaar zijn (en hun
245 overeenkomstige slaaf\-alternatieven) en het momenteel geïnstalleerde
246 alternatief met de hoogste prioriteit.
247 .TP
248 \fB\-\-get\-selections\fP
249 Som alle namen op van de hoofdalternatieven (die welke een koppelingengroep
250 controleren) en hun status (sinds versie 1.15.0). Elke regel kan tot 3
251 velden bevatten (door één of meer spaties van elkaar gescheiden). Het eerste
252 veld is de naam van het alternatief. Het tweede is de status ervan (ofwel
253 \fBauto\fP ofwel \fBmanual\fP). Het laatste bevat het momenteel gekozen
254 alternatief (let op: dit is een bestandsnaam en kan dus spaties bevatten).
255 .TP
256 \fB\-\-set\-selections\fP
257 Lees op standaardinvoer configuratie voor alternatieven in de door
258 \fB\-\-get\-selections\fP gegenereerde indeling en herconfigureer ze
259 dienovereenkomstig (sinds versie 1.15.0).
260 .TP
261 \fB\-\-query\fP \fInaam\fP
262 Geef informatie weer over de koppelingengroep zoals \fB\-\-display\fP dat doet,
263 maar dan op een manier die door een machine ontleed kan worden (sinds versie
264 1.15.0, zie hierna bij het onderdeel \fBINDELING GEGEVENSOPVRAGING\fP).
265 .TP
266 \fB\-\-list\fP \fInaam\fP
267 Geef alle doelen van de koppelingengroep weer.
268 .TP
269 \fB\-\-config\fP \fInaam\fP
270 Toon de beschikbare alternatieven voor een koppelingengroep en laat de
271 gebruiker toe om interactief te selecteren welke er gebruikt moet worden. De
272 koppelingengroep wordt bijgewerkt.
273 .TP
274 \fB\-\-help\fP
275 Toon info over het gebruik en sluit af.
276 .TP
277 \fB\-\-version\fP
278 Toon de versie en sluit af.
279 .
280 .SH OPTIES
281 .TP
282 \fB\-\-altdir\fP\fI map\fP
283 Duidt de alternatievenmap aan als die anders dan de standaard moet zijn.
284 .TP
285 \fB\-\-admindir\fP \fImap\fP
286 Duidt de beheersmap aan als die anders dan de standaard moet zijn.
287 .TP
288 \fB\-\-log\fP\fI bestand\fP
289 Duidt het logbestand aan (sinds versie 1.15.0) als dat anders dan de
290 standaard (%LOGDIR%/alternatives.log) moet zijn.
291 .TP
292 \fB\-\-force\fP
293 Laat toe om een echt bestand te vervangen of te verwijderen dat
294 geïnstalleerd is waar een alternatief\-koppeling geïnstalleerd of verwijderd
295 moet worden.
296 .TP
297 \fB\-\-skip\-auto\fP
298 Sla de configuratievraag over voor alternatieven in automatische modus die
299 behoorlijk geconfigureerd zijn. Deze optie is enkel relevant in combinatie
300 met \fB\-\-config\fP of \fB\-\-all\fP.
301 .TP
302 \fB\-\-verbose\fP
303 Genereer meer commentaar bij wat er gedaan wordt.
304 .TP
305 \fB\-\-quiet\fP
306 Genereer geen commentaar tenzij er zich fouten voordoen.
307 .
308 .SH AFSLUITSTATUS
309 .TP
310 \fB0\fP
311 De gevraagde actie werd succesvol uitgevoerd.
312 .TP
313 \fB2\fP
314 Er deden zich problemen voor tijdens het ontleden van de commandoregel of
315 het uitvoeren van de actie.
316 .
317 .SH OMGEVING
318 .TP
319 \fBDPKG_ADMINDIR\fP
320 Indien dit ingesteld is en de optie \fB\-\-admindir\fP niet opgegeven werd, zal
321 dit gebruikt worden als de hoofdmap voor beheersdoeleinden.
322 .
323 .SH BESTANDEN
324 .TP
325 \fI%CONFDIR%/alternatives/\fP
326 De standaardmap voor alternatieven. Kan gewijzigd worden met de optie
327 \fB\-\-altdir\fP.
328 .TP
329 \fI%ADMINDIR%/alternatives/\fP
330 De standaardmap voor beheersdoeleinden. Kan gewijzigd worden met de optie
331 \fB\-\-admindir\fP.
332 .
333 .SH "INDELING GEGEVENSOPVRAGING"
334 De indeling die gebruikt wordt bij \fB\-\-query\fP is een RFC822\-achtige vlakke
335 indeling. Ze bestaat uit \fIn\fP + 1 blokken, waarbij \fIn\fP het aantal
336 beschikbare alternatieven is uit de opgevraagde koppelingengroep. Het eerste
337 blok bevat de volgende velden:
338 .TP
339 \fBName:\fP\fI naam\fP
340 De naam van het alternatief in de alternatievenmap.
341 .TP
342 \fBLink:\fP\fI koppeling\fP
343 De algemene naam van het alternatief.
344 .TP
345 \fBSlaves:\fP\fI lijst\-van\-slaven\fP
346 Als dit veld aanwezig is, bevatten de \fBvolgende\fP regels alle
347 slaaf\-koppelingen die gelieerd zijn met de hoofdkoppeling van het
348 alternatief. Per regel wordt één slaaf vermeld. Elke regel bevat één spatie,
349 de algemene naam van het slaaf\-alternatief, opnieuw een spatie en het pad
350 naar de slaaf\-koppeling.
351 .TP
352 \fBStatus:\fP\fI status\fP
353 The status van het alternatief (\fBauto\fP of \fBmanual\fP) (automatisch of
354 manueel).
355 .TP
356 \fBBest:\fP\fI beste\-keuze\fP
357 Het pad naar het beste alternatief voor deze koppelingengroep. Komt niet
358 voor als er geen alternatieven beschikbaar zijn.
359 .TP
360 \fBValue:\fP\fI momenteel\-geselecteerd\-alternatief\fP
361 Het pad naar het momenteel geselecteerde alternatief. Het kan ook de
362 magische waarde \fBnone\fP hebben. Die wordt gebruikt als de koppeling niet
363 bestaat.
364 .PP
365 De andere blokken geven de beschikbare alternatieven weer in de opgevraagde
366 koppelingengroep:
367 .TP
368 \fBAlternative:\fP\fI pad\-van\-dit\-alternatief\fP
369 Het pad naar het alternatief uit dit blok.
370 .TP
371 \fBPriority:\fP\fI waarde\-van\-prioriteit\fP
372 De prioriteitswaarde van dit alternatief.
373 .TP
374 \fBSlaves:\fP\fI lijst\-van\-slaven\fP
375 Als dit veld voorkomt, bevatten de \fBvolgende\fP regels alle
376 slaaf\-alternatieven die gelieerd zijn aan de hoofdkoppeling van het
377 alternatief. Per slaaf wordt één regel gebruikt. Elke regel bevat één
378 spatie, de algemene naam van het slaaf\-alternatief, opnieuw een spatie en
379 het pad naar het slaaf\-alternatief.
380 .
381 .SS Voorbeeld
382 .nf
383 $ update\-alternatives \-\-query editor
384 Name: editor
385 Link: /usr/bin/editor
386 Slaves:
387 editor.1.gz /usr/share/man/man1/editor.1.gz
388 editor.fr.1.gz /usr/share/man/fr/man1/editor.1.gz
389 editor.it.1.gz /usr/share/man/it/man1/editor.1.gz
390 editor.pl.1.gz /usr/share/man/pl/man1/editor.1.gz
391 editor.ru.1.gz /usr/share/man/ru/man1/editor.1.gz
392 Status: auto
393 Best: /usr/bin/vim.basic
394 Value: /usr/bin/vim.basic
395
396 Alternative: /bin/ed
397 Priority: \-100
398 Slaves:
399 editor.1.gz /usr/share/man/man1/ed.1.gz
400
401 Alternative: /usr/bin/vim.basic
402 Priority: 50
403 Slaves:
404 editor.1.gz /usr/share/man/man1/vim.1.gz
405 editor.fr.1.gz /usr/share/man/fr/man1/vim.1.gz
406 editor.it.1.gz /usr/share/man/it/man1/vim.1.gz
407 editor.pl.1.gz /usr/share/man/pl/man1/vim.1.gz
408 editor.ru.1.gz /usr/share/man/ru/man1/vim.1.gz
409 .fi
410 .
411 .SH DIAGNOSTIEK
412 Als \fBupdate\-alternatives\fP gebruikt wordt met \fB\-\-verbose\fP, dan ratelt het
413 onophoudelijk over zijn activiteiten op zijn standaard uitvoerkanaal. Indien
414 er zich problemen voordoen, produceert \fBupdate\-alternatives\fP foutmeldingen
415 op zijn standaard foutkanaal en geeft het een afsluitstatus 2 terug. Deze
416 diagnostiek zou eenvoudig te verstaan moeten zijn. Mocht u dit niet vinden,
417 gelieve dat dan als een bug te rapporteren.
418 .
419 .SH VOORBEELDEN
420 Er zijn verschillende pakketten die een teksteditor leveren die compatibel
421 is met \fBvi\fP, bijvoorbeeld \fBnvi\fP en \fBvim\fP. Welke er gebruikt wordt, wordt
422 geregeld door de koppelingengroep \fBvi\fP, die koppelingen bevat naar het
423 programma zelf en naar de ermee verband houdende man\-pagina.
424 .PP
425 Om weer te geven welke beschikbare pakketten \fBvi\fP leveren en wat de huidige
426 instelling ervoor is, gebruikt u de actie \fB\-\-display\fP:
427 .PP
428 .RS
429 \fBupdate\-alternatives \-\-display vi\fP
430 .RE
431 .PP
432 Om een specifieke \fBvi\fP\-toepassing te kiezen, gebruikt u als
433 systeembeheerder dit commando en vervolgens kiest u een nummer uit de lijst:
434 .PP
435 .RS
436 \fBupdate\-alternatives \-\-config vi\fP
437 .RE
438 .PP
439 Om terug te keren naar een situatie waarbij de \fBvi\fP\-toepassing automatisch
440 gekozen wordt, doet u als systeembeheerder dit:
441 .PP
442 .RS
443 \fBupdate\-alternatives \-\-auto vi\fP
444 .RE
445 .
446 .SH "ZIE OOK"
447 \fBln\fP(1), FHS, the Filesystem Hierarchy Standard. (Standaardisatie van
448 bestandsorganisatie en mappenstructuur op unix\-achtige systemen)