dpkg (1.18.25) stretch; urgency=medium
[dpkg] / man / nl / dpkg-buildflags.man
CommitLineData
1479465f
GJ
1.\" dpkg manual page - dpkg-buildflags(1)
2.\"
3.\" Copyright © 2010-2011 Raphaël Hertzog <hertzog@debian.org>
4.\" Copyright © 2011 Kees Cook <kees@debian.org>
5.\" Copyright © 2011-2015 Guillem Jover <guillem@debian.org>
6.\"
7.\" This is free software; you can redistribute it and/or modify
8.\" it under the terms of the GNU General Public License as published by
9.\" the Free Software Foundation; either version 2 of the License, or
10.\" (at your option) any later version.
11.\"
12.\" This is distributed in the hope that it will be useful,
13.\" but WITHOUT ANY WARRANTY; without even the implied warranty of
14.\" MERCHANTABILITY or FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE. See the
15.\" GNU General Public License for more details.
16.\"
17.\" You should have received a copy of the GNU General Public License
18.\" along with this program. If not, see <https://www.gnu.org/licenses/>.
19.
20.\"*******************************************************************
21.\"
22.\" This file was generated with po4a. Translate the source file.
23.\"
24.\"*******************************************************************
25.TH dpkg\-buildflags 1 %RELEASE_DATE% %VERSION% dpkg\-suite
26.nh
27.SH NAAM
28dpkg\-buildflags \- geeft de bij pakketbouw te gebruiken bouwvlaggen terug
29.
30.SH OVERZICHT
31\fBdpkg\-buildflags\fP [\fIoptie\fP...] [\fIcommando\fP]
32.
33.SH BESCHRIJVING
34\fBdpkg\-buildflags\fP is gereedschap om de compilatievlaggen op te halen die
35tijdens het bouwen van Debian pakketten gebruikt moeten worden.
36.
37De standaardvlaggen worden gedefinieerd door de leverancier, maar ze kunnen
38op verschillende manieren uitgebreid/vervangen worden:
39.IP 1.
40voor het hele systeem met \fB%PKGCONFDIR%/buildflags.conf\fP;
41.IP 2.
42voor de huidige gebruiker met \fB$XDG_CONFIG_HOME/dpkg/buildflags.conf\fP,
43waarbij \fB$XDG_CONFIG_HOME\fP als standaardwaarde \fB$HOME/.config\fP heeft;
44.IP 3.
45tijdelijk door de gebruiker met omgevingsvariabelen (zie het onderdeel
46\fBOMGEVING\fP);
47.IP 4.
48dynamisch door de pakketonderhouder met omgevingsvariabelen die ingesteld
49worden via \fBdebian/rules\fP (zie het onderdeel \fBOMGEVING\fP).
50.P
51De configuratiebestanden kunnen vier types opdrachten bevatten:
52.TP
53\fBSET\fP\fI vlag waarde\fP
54Vervang de waarde van de vlag die \fIvlag\fP als naam heeft in waarde
55\fIwaarde\fP.
56.TP
57\fBSTRIP\fP\fI vlag waarde\fP
58Verwijder van de vlag die \fIvlag\fP als naam heeft alle bouwvlaggen die in
59\fIwaarde\fP opgesomd worden.
60.TP
61\fBAPPEND\fP\fI vlag waarde\fP
62Breid de vlag die \fIvlag\fP als naam heeft uit door er de opties aan toe te
63voegen die in \fIwaarde\fP opgegeven worden. Er wordt een spatie geplaatst voor
64de waarde die toegevoegd wordt, indien de huidige waarde van de vlag niet
65leeg is.
66.TP
67\fBPREPEND\fP\fI vlag waarde\fP
68Breid de vlag die \fIvlag\fP als naam heeft uit door er vooraan de opties aan
69toe te voegen die in \fIwaarde\fP opgegeven worden. Er wordt een spatie
70geplaatst achter de waarde die toegevoegd wordt, indien de huidige waarde
71van de vlag niet leeg is.
72.P
73De configuratiebestanden kunnen commentaar bevatten op regels die beginnen
74met een hekje (#). Ook lege regels worden genegeerd.
75.SH COMMANDO'S
76.TP
77\fB\-\-dump\fP
78Laat op standaarduitvoer alle compilatievlaggen en hun waarden zien. Dit
79geeft per regel één vlag en de waarde ervan weer met daartussenin een
80gelijkheidsteken (“\fIvlag\fP=\fIwaarde\fP”). Dit is de standaardactie.
81.TP
82\fB\-\-list\fP
83Geeft een lijst weer van vlaggen die door de huidige leverancier ondersteund
84wordt (één per regel). Zie het onderdeel \fBONDERSTEUNDE VLAGGEN\fP voor meer
85informatie daarover.
86.TP
87\fB\-\-status\fP
88Laat eventuele informatie zien die nuttig kan zijn om het gedrag te
89verklaren van \fBdpkg\-buildflags\fP (sinds dpkg 1.16.5): relevante
90omgevingsvariabelen, huidige leverancier, toestand van alle
91functievlaggen. Geef ook de resulterende compileervlaggen met hun oorsprong
92weer.
93
94Het is de bedoeling dat dit uitgevoerd wordt vanuit \fBdebian/rules\fP, zodat
95de bouwlog een duidelijk spoor van de gebruikte vlaggen kan bijhouden. Dit
96kan nuttig zijn om ermee verband houdende problemen te diagnosticeren.
97.TP
98\fB\-\-export=\fP\fIindeling\fP
99Geef op standaarduitvoer commando's weer die gebruikt kunnen worden om alle
100compilatievlaggen te exporteren ten behoeve van een specifiek
101gereedschap. Indien de waarde \fIindeling\fP niet opgegeven werd, wordt \fBsh\fP
102verondersteld. Enkel compilatievlaggen die met een hoofdletter beginnen
103worden opgenomen. Van de andere wordt aangenomen dat ze niet bruikbaar zijn
104voor de omgeving. Ondersteunde indelingen:
105.RS
106.TP
107\fBsh\fP
108Shell\-opdrachten om alle compilatievlaggen in de omgeving in te stellen en
109te exporteren. Er worden aanhalingstekens geplaatst rond de vlagwaarden
110waardoor de uitvoer gereed is om door een shell geëvalueerd te worden.
111.TP
112\fBcmdline\fP
113Argumenten om door te geven aan de commandoregel van een bouwprogramma om al
114de compilatievlaggen te gebruiken (sinds dpkg 1.17.0). De vlagwaarden worden
115volgens de shell\-syntaxis tussen haakjes geplaatst.
116.TP
117\fBconfigure\fP
118Dit is een verouderde alias voor \fBcmdline\fP.
119.TP
120\fBmake\fP
121Make\-opdrachten om alle compilatievlaggen in de omgeving in te stellen en te
122exporteren. De uitvoer kan naar een makefile\-fragment geschreven worden en
123geëvalueerd met behulp van een \fBinclude\fP\-opdracht.
124.RE
125.TP
126\fB\-\-get\fP\fI vlag\fP
127Geef de waarde van de vlag weer op de standaarduitvoer. Sluit af met 0 bij
128een gekende vlag en sluit anders af met 1.
129.TP
130\fB\-\-origin\fP\fI vlag\fP
131Geef de origine weer van de waarde die teruggegeven wordt door
132\fB\-\-get\fP. Sluit af met 0 bij een gekende vlag en sluit anders af met 1. De
133origine kan één van de volgende waarden hebben:
134.RS
135.TP
136\fBvendor\fP
137de originele vlag die door de leverancier ingesteld werd, wordt
138teruggegeven;
139.TP
140\fBsystem\fP
141de vlag werd ingesteld/gewijzigd door een systeemconfiguratie;
142.TP
143\fBuser\fP
144de vlag werd ingesteld/gewijzigd door een gebruikersspecifieke configuratie;
145.TP
146\fBenv\fP
147de vlag werd ingesteld/gewijzigd door een omgevingsspecifieke configuratie.
148.RE
149.TP
150\fB\-\-query\-features\fP\fI gebied\fP
151Geef de functionaliteit weer die voor een opgegeven gebied geactiveerd is
152(sinds dpkg 1.16.2). Momenteel worden door Debian en zijn derivaten enkel de
153gebieden \fBqa\fP, \fBreproducible\fP, \fBsanitize\fP en \fBhardening\fP erkend. Zie het
154onderdeel \fBFUNCTIONALITEITSGEBIEDEN\fP voor meer details. Sluit af met 0 als
155het gebied gekend is, anders met 1.
156.IP
157De uitvoer is in RFC822\-indeling met één sectie per functie. Bijvoorbeeld:
158.IP
159.nf
160 Feature: pie
161 Enabled: yes
162
163 Feature: stackprotector
164 Enabled: yes
165.fi
166.TP
167\fB\-\-help\fP
168Toon info over het gebruik en sluit af.
169.TP
170\fB\-\-version\fP
171Toon de versie en sluit af.
172.
173.SH "ONDERSTEUNDE VLAGGEN"
174.TP
175\fBCFLAGS\fP
176Opties voor de C\-compiler. De door de leverancier ingestelde standaardwaarde
177bestaat uit \fB\-g\fP en het standaardniveau van optimalisatie (gewoonlijk
178\fB\-O2\fP, of \fB\-O0\fP indien de omgevingsvariabele \fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP \fInoopt\fP
179aangeeft).
180.TP
181\fBCPPFLAGS\fP
182Opties voor de C\-preprocessor. Standaardwaarde: leeg.
183.TP
184\fBCXXFLAGS\fP
185Opties voor de C++ compiler. Hetzelfde als \fBCFLAGS\fP.
186.TP
187\fBOBJCFLAGS\fP
188Opties voor de Objective C compiler. Hetzelfde als \fBCFLAGS\fP.
189.TP
190\fBOBJCXXFLAGS\fP
191Opties voor de Objective C++ compiler. Hetzelfde als \fBCXXFLAGS\fP.
192.TP
193\fBGCJFLAGS\fP
194Opties voor de GNU Java compiler (gcj). Een subset van \fBCFLAGS\fP.
195.TP
196\fBFFLAGS\fP
197Opties voor de Fortran 77 compiler. Een subset van \fBCFLAGS\fP.
198.TP
199\fBFCFLAGS\fP
200Opties voor de Fortran 9x compiler. Hetzelfde als \fBFFLAGS\fP.
201.TP
202\fBLDFLAGS\fP
203Opties die aan de compiler doorgegeven worden bij het linken van uitvoerbare
204programma's en gedeelde objecten (indien de linker rechtstreeks aangeroepen
205wordt, dan moeten \fB\-Wl\fP en \fB,\fP van die opties verwijderd
206worden). Standaardwaarde: leeg.
207.PP
208In de toekomst kunnen nog andere vlaggen toegevoegd worden als daar behoefte
209aan ontstaat (bijvoorbeeld om andere talen te ondersteunen).
210.
211.SH FUNCTIONALITEITSGEBIEDEN
212.P
213Elke gebiedsfunctionaliteit kan in de gebiedswaarde van de
214omgevingsvariabelen \fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP en \fBDEB_BUILD_MAINT_OPTIONS\fP
215ingeschakeld en uitgeschakeld worden met de schakelaars ‘\fB+\fP’ en ‘\fB\-\fP’. Om
216bijvoorbeeld de \fBhardening\fP\-functionaliteit “pie” te activeren en de
217functionaliteit “fortify” uit te schakelen, kunt u in \fBdebian/rules\fP het
218volgende doen:
219.P
220 export DEB_BUILD_MAINT_OPTIONS=hardening=+pie,\-fortify
221.P
222De bijzondere functionaliteit \fBall\fP (geldig in elk gebied) kan gebruikt
223worden om gelijktijdig alle gebiedsfunctionaliteit te activeren of uit te
224schakelen. Alles uitschakelen in het gebied \fBhardening\fP en enkel “format”
225en “fortify” activeren kunt u dus doen met:
226.P
227 export DEB_BUILD_MAINT_OPTIONS=hardening=\-all,+format,+fortify
228.
229.SS "qa (kwaliteitsbevordering)"
230Er kunnen verschillende compilatieopties (die hierna beschreven worden)
231gebruikt worden om problemen in de broncode of het bouwsysteem te helpen
232detecteren.
233.TP
234\fBbug\fP
235Deze instelling (die standaard uitgeschakeld is) voegt alle
236waarschuwingsopties toe die op een betrouwbare wijze problematische broncode
237opsporen. De waarschuwingen zijn fataal. De enige vlaggen die momenteel
238ondersteund worden zijn \fBCFLAGS\fP en \fBCXXFLAGS\fP waarbij de vlaggen
239ingesteld staan op \fB\-Werror=array\-bounds\fP, \fB\-Werror=clobbered\fP,
240\fB\-Werror=implicit\-function\-declaration\fP en
241\fB\-Werror=volatile\-register\-var\fP.
242.
243.TP
244\fBcanary\fP
245Deze instelling (die standaard uitgeschakeld is) voegt loze
246kanarievogelopties toe aan de bouwvlaggen, zodat in de bouwlogs nagekeken
247kan worden hoe de bouwvlaggen doorgegeven worden en zodat het eventueel
248ontbreken van normale bouwvlaginstellingen ontdekt kan worden. Momenteel
249zijn de enige ondersteunde vlaggen \fBCPPFLAGS\fP, \fBCFLAGS\fP, \fBOBJCFLAGS\fP,
250\fBCXXFLAGS\fP en \fBOBJCXXFLAGS\fP, waarbij die vlaggen als
251\fB\-D__DEB_CANARY_\fP\fIvlag\fP_\fIwillekeurige\-id\fP\fB__\fP ingesteld worden, en
252\fBLDFLAGS\fP dat ingesteld wordt op \fB\-Wl,\-z,deb\-canary\-\fP\fIwillekeurige\-id\fP.
253.
254.SS "sanitize (saneren)"
255Er kunnen verschillende compilatie\-opties (die hierna beschreven worden)
256gebruikt worden om te helpen bij het gezond houden van een resulterend
257binair pakket op het vlak van geheugenvervuiling, geheugenlekkage,
258geheugengebruik na vrijgave, dataraces bij threads en bugs door
259ongedefinieerd gedrag.
260.TP
261\fBaddress\fP
262Deze instelling (standaard uitgeschakeld) voegt \fB\-fsanitize=address\fP toe
263aan \fBLDFLAGS\fP en \fB\-fsanitize=address \-fno\-omit\-frame\-pointer\fP aan
264\fBCFLAGS\fP en aan \fBCXXFLAGS\fP.
265.TP
266\fBthread\fP
267Deze instelling (standaard uitgeschakeld) voegt \fB\-fsanitize=thread\fP toe aan
268\fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP en \fBLDFLAGS\fP.
269.TP
270\fBleak\fP
271Deze instelling (standaard uitgeschakeld) voegt \fB\-fsanitize=leak\fP toe aan
272\fBLDFLAGS\fP. Ze wordt automatisch uitgeschakeld als ofwel de
273\fBaddress\fP\-functionaliteit of de \fBthread\fP\-functionaliteit geactiveerd is,
274aangezien die dit impliceren.
275.TP
276\fBundefined\fP
277Deze instelling (standaard uitgeschakeld) voegt \fB\-fsanitize=undefined\fP toe
278aan \fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP en \fBLDFLAGS\fP.
279.SS "hardening (kwetsbaarheidsreductie)"
280Er kunnen verschillende compilatie\-opties (die hierna beschreven worden)
281gebruikt worden om te helpen bij het versterken van een resulterend binair
282pakket tegen geheugenvervuilingsaanvallen of om bijkomende
283waarschuwingsberichten te geven tijdens het compileren. Behalve wanneer
284hierna anders aangegeven is, worden deze opties standaard geactiveerd voor
285architecturen die ze ondersteunen.
286.TP
287\fBformat\fP
288Deze instelling (standaard geactiveerd) voegt \fB\-Wformat
289\-Werror=format\-security\fP toe aan \fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP, \fBOBJCFLAGS\fP en
290\fBOBJCXXFLAGS\fP. Dit zal waarschuwingen geven bij verkeerd gebruik van
291indelingstekenreeksen en zal mislukken als indelingsfuncties gebruikt worden
292op een manier die mogelijke veiligheidsproblemen tot gevolg kunnen
293hebben. Momenteel geeft dit een waarschuwing als een \fBprintf\fP\-functie of
294een \fBscanf\fP\-functie aangeroepen wordt met een indelingstekenreeks die geen
295letterlijke tekenreeks is en er ook geen indelingsargumenten opgegeven
296werden, zoals bij \fBprintf(foo);\fP in plaats van \fBprintf("%s", foo);\fP. Dit
297kan een veiligheidslek zijn als de indelingstekenreeks afkomstig was van
298onbetrouwbare invoer en ‘%n’ bevat.
299.
300.TP
301\fBfortify\fP
302Deze instelling (standaard geactiveerd) voegt \fB\-D_FORTIFY_SOURCE=2\fP toe aan
303\fBCPPFLAGS\fP. Tijdens het produceren van de code heeft de compiler een
304heleboel informatie over buffergroottes (waar mogelijk), en tracht een
305functieaanroep met een onveilige ongelimiteerde buffergrootte te vervangen
306door een functieaanroep met een gelimiteerde buffergrootte. Dit is in het
307bijzonder nuttig bij oude en slecht geschreven code. Daarnaast wordt het
308gebruik in het voor schrijven toegankelijk geheugen van
309indelingstekenreeksen die ‘%n’ bevatten, geblokkeerd. Indien een toepassing
310op een dergelijke indelingstekenreeks steunt, zal het er een alternatief
311voor moeten gebruiken.
312
313Merk op dat de code ook met \fB\-O1\fP of hoger gecompileerd moet worden opdat
314deze optie effect zou hebben. Indien de omgevingsvariabele
315\fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP \fInoopt\fP bevat, dan wordt ondersteuning voor \fBfortify\fP
316uitgeschakeld. Dit is te wijten aan nieuwe waarschuwingen die gegeven worden
317door glibc 2.16 en hoger.
318.TP
319\fBstackprotector\fP
320Deze instelling (standaard geactiveerd als stackprotectorstrong niet
321gebruikt wordt) voegt \fB\-fstack\-protector \-\-param=ssp\-buffer\-size=4\fP toe aan
322\fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP, \fBOBJCFLAGS\fP, \fBOBJCXXFLAGS\fP, \fBGCJFLAGS\fP, \fBFFLAGS\fP
323en \fBFCFLAGS\fP. Dit voegt beveiligingscontroles tegen het overschrijven van
324de stack toe. Dit maakt dat bij veel mogelijke code\-injectieaanvallen
325afgebroken wordt. In het beste geval wordt op die manier een kwetsbaarheid
326voor code\-injectie omgebogen tot een denial\-of\-service (dienst niet
327beschikbaar) of een fictief probleem (afhankelijk van de toepassing).
328
329Deze functionaliteit vereist het linken van de code met glibc (of een andere
330aanbieder van \fB__stack_chk_fail\fP) en moet dus uitgeschakeld worden als er
331gebouwd wordt met \fB\-nostdlib\fP of \fB\-ffreestanding\fP of iets gelijkaardigs.
332.
333.TP
334\fBstackprotectorstrong\fP
335Deze instelling (standaard geactiveerd) voegt \fB\-fstack\-protector\-strong\fP
336toe aan \fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP, \fBOBJCFLAGS\fP, \fBOBJCXXFLAGS\fP, \fBGCJFLAGS\fP,
337\fBFFLAGS\fP en \fBFCFLAGS\fP. Dit is een sterkere variant van \fBstackprotector\fP,
338maar zonder noemenswaardig prestatieverlies.
339
340Het uitzetten van \fBstackprotector\fP schakelt ook deze functionaliteit uit.
341
342Deze functionaliteit stelt dezelfde vereisten als \fBstackprotector\fP en heeft
343daarenboven ook gcc 4.9 of een recentere versie nodig.
344.
345.TP
346\fBrelro\fP
347Deze instelling (standaard geactiveerd) voegt \fB\-Wl,\-z,relro\fP toe aan
348\fBLDFLAGS\fP. Tijdens het laden van het programma moet de linker in
349verschillende ELF\-geheugensecties schrijven. Dit zet voor de programmalader
350een vlag zodat die deze secties alleen\-lezen maakt alvorens de controle over
351te dragen aan het programma. Het meest noemenswaardige effect is dat dit
352aanvallen door het overschrijven van de Global Offset Table (GOT)
353voorkomt. Indien deze optie uitgeschakeld wordt, wordt ook \fBbindnow\fP
354uitgezet.
355.
356.TP
357\fBbindnow\fP
358Deze instelling (standaard uitgeschakeld) voegt \fB\-Wl,\-z,now\fP toe aan
359\fBLDFLAGS\fP. Tijdens het laden van het programma worden alle dynamische
360symbolen omgezet, waardoor de volledige PLT (Procedure Linkage Table) als
361alleen lezen gemarkeerd kan worden (ten gevolge van \fBrelro\fP hiervoor). Deze
362optie kan niet aangezet worden als \fBrelro\fP niet geactiveerd is.
363.
364.TP
365\fBpie\fP
366Deze instelling (zonder standaardinstelling sinds dpkg 1.18.23 en door gcc
367standaard geïnjecteerd bij de Debian architecturen amd64, arm64, armel,
368armhf, i386, kfreebsd\-amd64, kfreebsd\-i386, mips, mipsel, mips64el, ppc64el,
369s390x, sparc en sparc64) voegt zo nodig de vereiste opties toe om PIE te
370activeren of te deactiveren. In geval van activering en door gcc
371geïnjecteerd, wordt er niets toegevoegd, In geval van activering en niet
372geïnjecteerd door gcc, wordt \fB\-fPIE\fP toegevoegd bij \fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP,
373\fBOBJCFLAGS\fP, \fBOBJCXXFLAGS\fP, \fBGCJFLAGS\fP, \fBFFLAGS\fP en \fBFCFLAGS\fP, en
374\fB\-fPIE \-pie\fP bij \fBLDFLAGS\fP. In geval van deactivering en geïnjecteerd door
375gcc wordt \fB\-fno\-PIE\fP toegevoegd bij \fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP, \fBOBJCFLAGS\fP,
376\fBOBJCXXFLAGS\fP, \fBGCJFLAGS\fP, \fBFFLAGS\fP en \fBFCFLAGS\fP, en \fB\-fno\-PIE \-no\-pie\fP
377bij \fBLDFLAGS\fP.
378
379Position Independent Executable (PIE \- positie\-onafhankelijke programma's)
380zijn nodig om voordeel te halen uit Address Space Layout Randomization (ASLR
381\- de adresruimte rangschikken in toevallige volgorde), hetgeen door sommige
382kernelversies ondersteund wordt. Hoewel ASLR reeds voor datagebieden in de
383stack en de heap opgelegd kan worden (brk and mmap), moeten de codegebieden
384als positieonafhankelijk gecompileerd worden. Gedeelde bibliotheken doen dit
385reeds (\fB\-fPIC\fP), waardoor zij automatisch ASLR krijgen, maar binaire
386\&.text\-gebieden moeten als PIE gebouwd worden om ASLR te krijgen. Als dit
387gebeurt, worden aanvallen van het type ROP (Return Oriented Programming \- op
388terugkeerwaarde georiënteerd programmeren) veel moeilijker aangezien er geen
389statische locaties meer zijn die bij een aanval van geheugenvervuiling als
390springplank gebruikt kunnen worden.
391
392PIE is niet compatibel met \fB\-fPIC\fP, dus over het algemeen moet men
393voorzichtig zijn bij het bouwen van gedeelde objecten. Maar aangezien de
394PIE\-vlaggen die meegegeven worden geïnjecteerd worden via specs\-bestanden
395van gcc, zou het altijd veilig moeten zijn om ze onvoorwaardelijk in te
396stellen ongeacht het objecttype dat gecompileerd of gelinkt wordt.
397
398Statische bibliotheken kunnen door programma's of door andere gedeelde
399bibliotheken gebruikt worden. Afhankelijk van de gebruikte vlaggen bij het
400compileren van alle objecten in een statische bibliotheek, zullen deze
401bibliotheken door verschillende reeksen objecten gebruikt kunnen worden:
402
403.RS
404.TP
405geen
406Kan niet gelinkt worden aan een PIE\-programma, noch aan een gedeelde
407bibliotheek.
408.TP
409\fB\-fPIE\fP
410Kan gelinkt worden aan elk programma, maar niet aan een gedeelde bibliotheek
411(aanbevolen).
412.TP
413\fB\-fPIC\fP
414Kan gelinkt worden aan elk programma en elke gedeelde bibliotheek.
415.RE
416
417.IP
418Indien er een behoefte bestaat om deze vlaggen manueel in te stellen en de
419gcc specs\-injectie te overbruggen, moet u rekening houden met verschillende
420zaken. Het onvoorwaardelijk en expliciet doorgeven van \fB\-fPIE\fP, \fB\-fpie\fP of
421\fB\-pie\fP aan een bouwsysteem dat libtool gebruikt, is veilig aangezien deze
422vlaggen weggelaten worden bij het bouwen van gedeelde bibliotheken. Bij
423projecten waarin daarentegen zowel programma's als gedeelde bibliotheken
424gebouwd worden, moet u ervoor zorgen dat bij het bouwen van de gedeelde
425bibliotheken \fB\-fPIC\fP steeds als laatste doorgegeven wordt (waardoor het een
426eventuele voorafgaande \fB\-PIE\fP opheft) aan compilatievlaggen zoals \fBCFLAGS\fP
427en dat \fB\-shared\fP als laatste doorgegeven wordt (waardoor het een eventuele
428voorafgaande \fB\-pie\fP opheft) aan linkvlaggen zoals \fBLDFLAGS\fP. \fBOpmerking:\fP
429dit is niet nodig met het standaard specs\-mechanisme van gcc.
430
431.IP
432Aangezien PIE via een algemeen register geïmplementeerd wordt, kunnen
433bovendien bij sommige architecturen (maar niet meer bij i386 sinds de
434optimalisaties die in gcc >= 5 toegepast zijn) prestatieverminderingen
435tot 15% optreden bij zeer zware belasting met tekstsegmenten van
436toepassingen. De meeste belastingen hebben minder dan 1%
437prestatievermindering tot gevolg. Architecturen met meer algemene registers
438(bijv. amd64) vertonen niet zo een hoge terugval in de ergste gevallen.
439.SS "reproducible (reproduceerbaar)"
440De hierna behandelde compilatieopties kunnen gebruikt worden om de
441bouwreproduceerbaarheid te helpen verbeteren of om bijkomende
442waarschuwingsberichten af te leveren tijdens het compileren. Behalve wanneer
443het hierna aangegeven wordt, worden deze opties standaard geactiveerd voor
444architecturen die ze ondersteunen.
445.TP
446\fBtimeless\fP
447Deze instelling (standaard geactiveerd) voegt \fB\-Wdate\-time\fP toe bij
448\fBCPPFLAGS\fP. Dit leidt tot waarschuwingen als de macros \fB__TIME__\fP,
449\fB__DATE__\fP en \fB__TIMESTAMP__\fP gebruikt worden.
450.
451.TP
452\fBfixdebugpath\fP
453Deze instelling (standaard geactiveerd) voegt
454\fB\-fdebug\-prefix\-map=\fP\fIBUILDPATH\fP\fB=.\fP toe aan \fBCFLAGS\fP, \fBCXXFLAGS\fP,
455\fBOBJCFLAGS\fP, \fBOBJCXXFLAGS\fP, \fBGCJFLAGS\fP, \fBFFLAGS\fP en \fBFCFLAGS\fP, waarbij
456\fBBUILDPATH\fP ingesteld wordt op de basismap van het pakket dat gebouwd
457wordt. Dit heeft als effect dat het bouwpad verwijderd wordt van eventueel
458gegenereerde debug\-symbolen.
459.
460.SH OMGEVING
461Er zijn twee sets omgevingsvariabelen die dezelfde operaties uitvoeren. De
462eerste (DEB_\fIvlag\fP_\fIoperatie\fP) zou nooit gebruikt mogen worden binnen
463\fBdebian/rules\fP. Die is bedoeld voor eventuele gebruikers die het bronpakket
464opnieuw willen bouwen met andere bouwvlaggen. De tweede set
465(DEB_\fIvlag\fP_MAINT_\fIoperatie\fP) zou door pakketonderhouders enkel in
466\fBdebian/rules\fP gebruikt moeten worden om de resulterende bouwvlaggen aan te
467passen.
468.TP
469\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_SET\fP
470.TQ
471\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_MAINT_SET\fP
472Deze variabele kan gebruikt worden om de teruggegeven waarde voor de
473opgegeven vlag \fIvlag\fP af te dwingen.
474.TP
475\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_STRIP\fP
476.TQ
477\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_MAINT_STRIP\fP
478Deze variabele kan gebruikt worden om in een lijst met witruimte als
479scheidingsteken opties op te geven die weggehaald zullen worden uit de set
480vlaggen die teruggegeven wordt voor de opgegeven \fIvlag\fP.
481.TP
482\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_APPEND\fP
483.TQ
484\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_MAINT_APPEND\fP
485Deze variabele kan gebruikt worden om bijkomende opties toe te voegen aan de
486waarde die teruggegeven wordt voor de opgegeven \fIvlag\fP.
487.TP
488\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_PREPEND\fP
489.TQ
490\fBDEB_\fP\fIvlag\fP\fB_MAINT_PREPEND\fP
491Deze variabele kan gebruikt worden om vooraan bijkomende opties toe te
492voegen aan de waarde die teruggegeven wordt voor de opgegeven \fIvlag\fP.
493.TP
494\fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP
495.TQ
496\fBDEB_BUILD_MAINT_OPTIONS\fP
497Deze variabelen kunnen door een gebruiker of een onderhouder gebruikt worden
498om diverse gebiedsfuncties die bouwvlaggen beïnvloeden, te activeren of uit
499te zetten. De variabele \fBDEB_BUILD_MAINT_OPTIONS\fP vervangt eventuele
500instellingen in de functionaliteitsgebieden \fBDEB_BUILD_OPTIONS\fP. Zie het
501onderdeel \fBFUNCTIONALITEITSGEBIEDEN\fP voor de details.
502.TP
503\fBDEB_VENDOR\fP
504Deze instelling definieert de huidige leverancier. Indien zij niet ingesteld
505is, zal gezocht worden naar de huidige leverancier door te gaan lezen in
506\fB%PKGCONFDIR%/origins/default\fP.
507.TP
508\fBDEB_BUILD_PATH\fP
509Deze variabele stelt in welk bouwpad (sinds dpkg 1.18.8) gebruikt moet
510worden bij functionaliteit zoals \fBfixdebugpath\fP waardoor die gesuperviseerd
511kan worden door het aanroepende programma. Momenteel is deze variabele
512Debian\- en derivaat\-specifiek.
513.
514.SH BESTANDEN
515.SS Configuratiebestanden
516.TP
517\fB%PKGCONFDIR%/buildflags.conf\fP
518Configuratiebestand dat voor het hele systeem geldt.
519.TP
520\fB$XDG_CONFIG_HOME/dpkg/buildflags.conf\fP of
521.TQ
522\fB$HOME/.config/dpkg/buildflags.conf\fP
523Configuratiebestand dat gebruikersafhankelijk is.
524.SS "Ondersteuning bij het maken van een pakket"
525.TP
526\fB%PKGDATADIR%/buildflags.mk\fP
527Makefile\-fragment dat alle vlaggen die door \fBdpkg\-buildflags\fP ondersteund
528worden, laadt in variabelen (en eventueel exporteert) (sinds dpkg 1.16.1).
529.
530.SH VOORBEELDEN
531Om in een makefile bouwvlaggen door te geven aan een bouwcommando:
532.PP
533.RS 4
534.nf
535$(MAKE) $(shell dpkg\-buildflags \-\-export=cmdline)
536
537\&./configure $(shell dpkg\-buildflags \-\-export=cmdline)
538.fi
539.RE
540.PP
541Om in een shell\-script of shell\-fragment bouwvlaggen in te stellen, kan
542\fBeval\fP gebruikt worden om de uitvoer te interpreteren van en de vlaggen
543naar de omgeving te exporteren:
544.PP
545.RS 4
546.nf
547eval "$(dpkg\-buildflags \-\-export=sh)" && make
548.fi
549.RE
550.PP
551of om de positieparameters in te stellen die aan een commando doorgegeven
552moeten worden:
553.PP
554.RS 4
555.nf
556eval "set \-\- $(dpkg\-buildflags \-\-export=cmdline)"
557for dir in a b c; do (cd $dir && ./configure "$@" && make); done
558.fi
559.RE
560.
561.SS "Het gebruik in debian/rules"
562Om de benodigde bouwvlaggen te bekomen die aan het bouwsysteem doorgegeven
563moeten worden, moet u vanuit het bestand \fBdebian/rules\fP \fBdpkg\-buildflags\fP
564aanroepen of \fBbuildflags.mk\fP invoegen. Merk op dat oudere versies van
565\fBdpkg\-buildpackage\fP (voor dpkg 1.16.1) deze vlaggen automatisch
566exporteerden. U zou hierop echter niet mogen betrouwen, aangezien dit het
567handmatig aanroepen van \fBdebian/rules\fP defect maakt.
568.PP
569Voor pakketten met een autoconf\-achtig bouwsysteem, kunt u de relevante
570opties rechtstreeks doorgeven aan configure of \fBmake\fP(1), zoals hiervoor
571geïllustreerd werd.
572.PP
573Voor andere bouwsystemen, of indien u een meer fijnmazige controle nodig
574heeft over welke vlaggen waar doorgegeven worden, kunt u \fB\-\-get\fP
575gebruiken. Of in de plaats daarvan kunt u \fBbuildflags.mk\fP invoegen, dat
576zorgt voor het aanroepen van \fBdpkg\-buildflags\fP en het opslaan van de
577bouwvlaggen in variabelen voor make.
578.PP
579Indien u alle bouwvlaggen naar de omgeving wenst te exporteren (waar ze door
580uw bouwsysteem opgepikt kunnen worden):
581.PP
582.RS 4
583.nf
584DPKG_EXPORT_BUILDFLAGS = 1
585include %PKGDATADIR%/buildflags.mk
586.fi
587.RE
588.PP
589Als u bijkomende controle wenst over wat geëxporteerd wordt, kunt u de
590variabelen handmatig exporteren (aangezien er standaard geen enkele
591geëxporteerd wordt):
592.PP
593.RS 4
594.nf
595include %PKGDATADIR%/buildflags.mk
596export CPPFLAGS CFLAGS LDFLAGS
597.fi
598.RE
599.PP
600En u kunt de vlaggen natuurlijk ook handmatig doorgeven aan commando's:
601.PP
602.RS 4
603.nf
604include %PKGDATADIR%/buildflags.mk
605build\-arch:
606\& $(CC) \-o hello hello.c $(CPPFLAGS) $(CFLAGS) $(LDFLAGS)
607.fi
608.RE